Skip to main content

Lut De Baere: een eigen geluid

Eerst enkele biografische gegevens. Lut De Baere (°1961) woont en werkt te Melsele in het Waasland. Hoewel ze als tiener zeer creatief was en experimenteerde met tekeningen in Oost-Indische inkt of potlood en gouaches, werd gekozen voor een opleiding verpleegkunde. Deze vorming in de zorgsector is betekenisvol. Ook in haar later beeldend werk zal zij steeds een humane strekking vertolken. Rond 2000 brak de liefde voor de beeldende kunst volledig door en volgde zij aan de Stedelijke Academie voor Beeldende Kunsten (Instituut Avermaete) van Berchem de afdeling schilderkunst, specialisatie portret. Ze kreeg er les van o.m. Luc Cappaert (°1957), dorpsgenoot en enthousiast leraar en Freddy De Vierman (°1960) een kunstschilder van de lichting eind jaren tachtig, oud-student van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen (KASKA), die van 1988 tot 1999 in de Antwerpse pilootgalerie De Zwarte Panter exposeerde.

In haar schilderwerk onderzoekt Lut De Baere de verschillende mogelijkheden van materie en drager: olieverf, acryl of pastelkrijt, op canvas, paneel, karton of papier. Haar schilderijen zijn expressief. Zij schuwt de emotie en het gevoel niet.

Haar werk krijgt een nieuwe oriëntering wanneer ze de beeldhouwerlastechniek en assemblagekunstenaar Ludo Giels (°1931) ontmoet. Hij wordt haar artistieke mentor.

Een woordje over assemblagekunst. De assemblagekunst had een voorloper: het “objet trouvé” of “ready made”, dat al aan het begin van de twintigste eeuw geïntroduceerd was door kunstenaars als de Fransman Marcel Duchamp (1887-1968). Het “objet” bestaat al als onafhankelijk voorwerp, maar de kunstenaar plaatst dit in een artistieke context. Zo worden onder andere een flessenhanger, een fietswiel en zelfs een urinoir tot kunstobject verklaard.

De “assemblage” is een volgende stap. Het is het samenbrengen van allerhande voorwerpen, ook afval (“junk art”), vaak “objets trouvés” (gevonden voorwerpen) binnen een paneel of meestal in een vrijstaande montagestructuur. De Franse kunstenaar Jean Dubuffet (1901-1985) gebruikte voor het eerst in 1953 de naam “assemblage” binnen de kunstwereld. Het werd een internationale strekking met in de USA Robert Rauschenberg (1925-2008) met zijn “combine paintings”, Louise Nevelson (1899-1988) en Edward Kienholz (1927-1994). In Frankrijk was er Daniël Spoerri (1930), Martial Raysse (1936) en Arman (1928-2005). Maar ook ons land is rijk aan assemblagekunstenaars met Vic Gentils (1919-1997), Paul Van Hoeydonck (°1925), Camiel Van Breedam (°1936), allen leden van de Antwerpse kunstenaarsgroep G58 Hessenhuis. En bij dit internationaal gezelschap voegde zich Lut De Baere. Zij haalt staalfragmenten van het in 1953 gezonken en tot ontploffing gebracht schip (CBR81) uit de Scheldeboorden. Het schip was geladen met 300 ton cement. Met die fragmenten creëert zij door lastechniek herkenbare menselijke, animale of vegetale figuren. Zij schenkt door zware arbeid aan de “objets trouvés” een nieuwe identiteit. Haar kunst is zeer respectvol, humaan, vaak met humor. Sommige assemblages worden afgegoten in brons. In andere assemblages zitten ook bewegende elementen, een knipoog naar de “kinetische kunst”. De werken van Lut De Baere hebben een eigen klimaat: sommige zijn zelfs abstraherend, de figuratie is nergens overdreven.

Een kunstenares met een eigen geluid.

Ernest Van Buynder
Erevoorzitter MuHKA.
2023